Wanneer je een botsing gehad hebt tussen de laserkop en je materiaal kan het zijn dat dit met veel kracht gebeurt. Hierdoor is het mogelijk dat de laserkop niet helemaal haaks meer staat. Als de kop niet helemaal haaks staat dan kan dat je snij- en graveer-resultaat beïnvloeden. Je hebt bijvoorbeeld minder vermogen of er ontstaat een schaduwlijn, een tweede lijn naast je snij- of graveer-lijn.
Als eerste ga je kijken of de kop ook echt niet haaks staat. Zet de laserkop ongeveer in het midden van je werkveld. Leg iets op je werkveld, onder de laserkop, wat helemaal even is en wat ook overal dezelfde hoogte heeft. Denk bijvoorbeeld aan een stuk acryl.
Neem een blokhaak en zet deze op het acryl, tegen de kop aan. Als de blokhaak mooi aansluit dan staat de kop haaks. Als er wat ruimte tussen de kop en blokhaak zit dan zul je de kop moeten gaan stellen.
Als eerste koppel je de Autofocus-sensor los. Boven aan de sensor zit een zwarte stekker met een zilveren ring. Draai aan de ring en vervolgens kun je de stekker omhoog treken. Ook haal je de luchtslang uit de luchtkoppeling. Aan de luchtkoppeling zit een blauwe ring. Deze druk je in en terwijl je de ring indrukt trek je de luchtslang uit de koppeling.
Nadat je de sensor en luchtslang los hebt gekoppeld kun je de kop uit de houder halen. Aan de rechter kant van de laserkop zit een blauwe of roze draaiknop. Als je aan deze knop draait kun je de lensschacht uitnemen. Pak voor de zekerheid de lensschacht vast terwijl je draait zodat deze niet kan vallen. Haal de lensschacht voorzichtig uit de laserkop. De Autofocus-sensor zit nog vast aan de lensschacht, laat dat ook zo.
Zodra je de schacht uit de laserkop hebt gehaald kun je het blauwe plaatje wat voor op de kop zit, weghalen. Aan de rechter zijkant van de laserkop zie je 2 inbusboutjes in het blauwe plaatje. Schroef deze los en leg ze ergens veilig neer. Neem het blauwe plaatje weg en leg deze bij de inbusboutjes.
Zet de blokhaak weer op het acryl en tegen de laserkop.
Zodra je het blauwe plaatje weg hebt genomen zie je op de achterwand weer 2 inbusboutjes. Draai een van de boutjes een stukje los, zorg er wel voor dat het boutje niet helemaal loskomt. Het andere boutje draai je een beetje los, niet te veel. Ga de kop recht stellen door de kop te bewegen. Blijf controleren door naar de blokhaak te kijken. Zodra je goed haaks gesteld hebt kun je de inbusboutjes weer goed vastmaken. Controleer nog even of de laserkop nog steeds haaks staat na het aandraaien van de inbusboutjes.
Zodra de laserkop weer haaks staat kun je het blauwe plaatje weer bevestigen. Plaats de schacht weer terug, plaats de luchtslang in de luchtkoppeling en maak de stekker van de Autofocus-sensor weer vast aan de sensor. Wanneer de machine aan staat kun je even een stukje materiaal onder de Autofocus-sensor houden. Controleer of het oranje lampje in de sensor aan gaat wanneer je het materiaal onder de sensor houdt. Het kan zijn dat je je materiaal iets dichterbij moet brengen voordat het oranje lampje aan gaat. Mocht het lampje helemaal niet aan gaan, controleer dan of je de stekker echt goed in de sensor hebt bevestigd.
Zodra alles weer juist bevestigd is kun je de spiegels gaan stellen. Je hebt namelijk de kop iets verplaatst. Hierdoor is de mogelijkheid aanwezig dat de spiegeluitlijning ook aan is gepast en dus weer opnieuw uitgelijnd moet worden.
Mocht je er niet uit komen dan kun je ons altijd een ticket sturen, dan helpen we je verder.
Ontdek welke lasermachine het beste bij je past.
We nemen binnen een werkdag contact op.